Klassieke homeopathie en Ziekteclassificatie

Een onderzoek naar twee methoden van homeopathische behandeling

Auteur: Caroline van Asten
Het volledige onderzoek ‘Klassieke homeopathie en Ziekteclassificatie’ is als PDF beschikbaar.

Samenvatting onderzoek ‘Klassieke homeopathie en Ziekteclassificatie’

Zowel klassieke homeopathie als ziekteclassificatie1 baseren zich op publicaties van de grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann, en dan met name de Organon (zesde editie). In dit onderzoek zijn beide methoden geanalyseerd op basis van literatuur- en praktijkstudie. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode september 2015 tot en met mei 2016.

De belangrijkste conclusies zijn dat door een verschil in interpretatie van het werk van Hahnemann beide methoden van elkaar afwijken in evaluatie en behandeling (onder andere een of meerdere geneesmiddelen tegelijk met of zonder tussenevaluatie). Tevens is klassieke homeopathie vanuit de Organon en diverse andere bronnen beter te onderbouwen dan ziekteclassificatie. Aanbevelingen liggen onder andere ook in een aanvullend onderzoek naar het verschil in interpretatie vanuit de originele Duitstalige literatuur van Hahnemann, het volgen en analyseren van het effect van behandeling van beide methoden (casestudies) met vooraf vastgestelde parameters en het bestuderen van de casebooks van Hahnemann van zijn laatste jaren waarin hij patiënten behandelde.

Inleiding

Het doel van dit onderzoek is inzicht geven op basis van welke uitgangspunten en onderbouwing gekozen wordt voor behandeling met één homeopathisch middel tegelijk met tussenevaluatie (klassieke homeopathie) en voor behandeling met meerdere homeopathische middelen tegelijk zonder vorm van tussenevaluatie (ziekteclassificatie). Hierbij werd de volgende onderzoeksvraag gesteld:
“Op basis van welke uitgangspunten en onderbouwing wordt enerzijds binnen de klassieke homeopathie voor behandeling met slechts één middel tegelijk gekozen of anderzijds binnen de homeopathie van ziekteclassificatie met meerdere, verschillende middelen tegelijk gekozen?”

Resultaten

Uitgangspunt binnen de klassieke homeopathie is het voorschrijven van het best passende geneesmiddel op basis van totaliteit van symptomen die de patiënt laat zien op het moment van consult (Organon, §7). De meest opvallende en niet verklaarbare symptomen dienen hiervoor geselecteerd en gerepertoriseerd de worden (Organon, §153, §154). Indien er tijdens de analyse van de symptomen en repertorisatie bijvoorbeeld twee geneesmiddelen passend zijn, mogen deze nooit gecombineerd worden. Altijd moet een nieuwe situatie eerst geëvalueerd worden alvorens een nieuw geneesmiddel voorgeschreven wordt (Organon, §169). Later hebben onder andere Kent en Vithoulkas dit principe verder uitgewerkt en zij hebben ook op basis van reacties van patiënten op het voorgeschreven geneesmiddel een aantal reactiepatronen uitgewerkt. Op deze manier kan de behandeling met een geneesmiddel grondig worden geanalyseerd en kan worden bekeken welke vervolgstappen er genomen dienen te worden. Binnen de klassieke homeopathie kunnen er ook meerdere geneesmiddelen achter elkaar gegeven worden (bijvoorbeeld in een acute situatie); maar er zal altijd eerst een evaluatie plaatsvinden van de situatie tussen de gift van het ene geneesmiddel en de gift van het andere geneesmiddel. Bij het voorschrijven van een geneesmiddel wordt dus gekeken naar welk middel op dat moment het beste bij de patiënt past; hierbij wordt geen onderscheid gemaakt in het soort geneesmiddel (vanuit de oorspronkelijke grondstof). De erfelijke belasting van de patiënt wordt meegenomen in de totaliteit van de symptomen, omdat niet iedere erfelijke belasting klachten hoeft te geven en dus apart behandeld moet worden.

Uitgangspunt binnen ziekteclassificatie is het behandelen van de patiënt vanuit indeling van ziekten en ziektetendensen2. Hahnemann beschrijft in de Organon de indeling in acute en chronische ziekten, waarbij hij stelt dat echte chronische ziekten ontstaan vanuit miasma’s (Organon, §72 en §73). Dit principe is verder uitgewerkt in de methode van ziekteclassificatie waarbij de veronderstelling is dat het organisme pas dan adequaat kan reageren wanneer de blokkade vanuit erfelijkheid opgelost is. Dit is op te lossen door zowel de acute klachten als de klachten veroorzaakt vanuit de erfelijkheid met verschillende geneesmiddelen tegelijkertijd te behandelen. Hierbij vindt geen evaluatie plaats tussen de gift van het ene middel en de gift van het andere middel. Uitgangspunt is het behandelen van de verschillende ziekteclassificaties en dus is er voor iedere classificatie een ander geneesmiddel nodig. Volgens deze methode vullen de middelen elkaar aan. Ziekteclassificatie maakt hierbij tevens onderscheid in de werking van plantaardige, minerale en dierlijke middelen en nosoden. Binnen deze methode wordt ook gekeken naar de reactiekracht van de patiënt die, door bijvoorbeeld langdurige behandeling met allopatische geneesmiddelen, verminderd kan zijn. Evaluatie van de behandeling in zijn geheel vindt wel plaats.

Hahnemann heeft tijdens zijn leven als homeopaat diverse experimenten uitgevoerd, welke zijn terug te vinden in briefwisselingen die gebundeld zijn door Richard Haehl. Zo valt te lezen dat hij rond 1833 bezig was met het gebruik van meerdere geneesmiddelen tegelijk en dit wilde opnemen in de vijfde editie van de Organon. In 1833 en later ook in 1836 is te lezen dat de resultaten met deze methodiek tegenvallen en dat Hahnemann besluit deze manier van homeopathie bedrijven niet op te nemen in de Organon.

Conclusie

De interpretatie en uitwerking van de Organon blijkt verschillend waardoor de twee methoden zich in behandeling en evaluatie van elkaar onderscheiden. Daarbij heeft de klassieke homeopathie meer ondersteuning vanuit de literatuur van Hahnemann (en van andere gerenommeerde homeopaten (onder andere Kent, Vithoulkas)). Het verschil in interpretatie blijkt uit dit onderzoek met name te gaan om te volgende punten:
  • Gaat het Hahnemann om de totaliteit van de patiënt (de zieke) of om de totaliteit van ziekten (die kunnen bestaan in een patiënt) – behandelen we met homeopathie de zieke of de ziekten?
  • Bedoelt Hahnemann met het verbod op het afwisselen van geneesmiddelen de middelen voor acute klachten of gaat het alleen om de anti psorica (constitutionele middelen)?
  • Gaat het bij de evaluatie van de behandeling om de totale verbetering van de patiënt of moeten we kijken naar de restklachten op basis van de ziekte tendensen?

Aanbevelingen

Om het verschil in interpretatie te analyseren zouden deze vragen in een vervolgonderzoek beantwoord kunnen worden vanuit de originele Duitstalige teksten van Hahnemann, aangezien de klassieke methode zich baseert op de Engelse vertalingen en ziekteclassificatie zich baseert op de Nederlandse vertaling. Tevens wordt aanbevolen om vervolgonderzoek te doen naar het effect van beide methoden op de patiënt. Dit kan bijvoorbeeld door case studies van beide methoden te bestuderen waar het effect van behandeling op lange termijn (minimaal twee jaar) geanalyseerd kan worden. Hierbij moeten vooraf duidelijke parameters worden vastgesteld op basis waarvan geëvalueerd wordt. Ook kan een aanvullend onderzoek gedaan worden naar de case books van Hahnemann in de laatste vijf jaren van zijn leven om te bestuderen op welke manier hij zijn patiënten behandelde (al dan niet met meerdere middelen tegelijk).

Gebruikte literatuur

  • Dunham, C. (1877). Homeopathy The Science of Therapeutics. Articles: VI Alternation of remedies No 1. 1863/VII Alternations of remedies No. 2 1865.
  • Gypser MD, K.H. (1988) Kent’s Minor Writings on Homoeopathy, “Alternation as practised by Hahneman”. Haug Publishers.
  • Haehl, R. (1996). Samuel Hahnemann, His life and work Vol. II. Reprint edition 2006. New Dehli: B.Jain publishers.
  • Hahnemann, S. (1833). Organon of Medicine (sixth edition). New Dehli: B. Jain publishers.
  • Hahnemann, S (1833) Organon der geneeskunst (zesde editie). Third edition (1996). Alkmaar: Homeovisie.
  • Hahnemann, S (1828 ) De Chronische ziekten (Dutch translation, third edition 1997). Ermelo. O.E.A. Goetze.
  • Kent, J.T. (1900). Lectures on homeopathic philosophy (seventh edition). New Dehli: B. Jain publishers.
  • Kent, J.T. (2003). Lesser Writings (10th impression 2012). Part II Lesser Writings (p. 208 t/m 216). New Dehli: B.Jain publishers.
  • Stöteler, E. ( 2003). Hahnemann begrijpen. Haarlem: Emryss BV publishers.
  • Vithoulkas, G. (1980). The science of homeopathy (reprint edition 1997). New Dehli: B. Jain publishers.
  • 1. Beide methoden baseren zich op Hahnemann en de klassieke beginselen van homeopathie. Ewald Stöteler heeft zijn behandelmethode Ziekteclassificatie genoemd en zal ook op deze manier in dit onderzoek vermeld worden.
  • 2. Ziektetendens – de erfelijke belasting van de patiënt – miasma ; bijvoorbeeld de carcinogene tendens of de tuberculinische tendens